Religiosoft:
Wat betreft de betekenis van de Y-, Y’- en Z-waarde, dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang het soort document (budget/budgetwijziging, jaarrekening of meerjarenplan/meerjarenplanwijziging).
(Voor concrete voorbeelden toegepast op specifieke boekjaren/documenten, verwijzen we naar het luik met de infodossiers waar u in bijlage steeds de nodige illustraties vindt. Hieronder beperken we ons tot de "abstracte" analyse.)
- Budget en budgetwijziging
In het budget is de Y-waarde gelijk aan het investeringsoverschot/ -tekort uit de jaarrekening van twee jaar voordien (dit resultaat is op die jaarrekening terug te vinden op de Z-waarde). De Z-waarde in het budget zelf wordt bepaald door het overschot/ tekort op de investeringen voor het betreffende boekjaar. In principe zouden de investeringen in evenwicht moeten zijn.
In de meeste gevallen zal niet gewacht worden tot het nieuwe boekjaar (nieuw budget) om het investeringsoverschot van de laatste jaarrekening (twee jaar voor dat nieuw budget) op te gebruiken. Vandaar zal dit restbedrag normaal gezien via een budgetwijziging in het lopende boekjaar weggewerkt worden, waarbij extra kredieten worden opgenomen om de nodige uitgaven te kunnen doen.
Een voorbeeld: Bij een investeringsoverschot van 10.000 euro in de jaarrekening (twee jaar voor het nieuwe budget) maakt u in het lopende boekjaar (het jaar tussen die jaarrekening en het nieuwe budget) een budgetwijziging op waarin u de 10.000 euro uitgaven die in die afgesloten jaarrekening niet werden gerealiseerd, opneemt als extra uitgave. Hierdoor zal die budgetwijziging afsluiten met een tekort van –10.000 euro (negatieve Z-waarde).
Dit onevenwicht is toegelaten zolang het tekort in de budgetwijziging gelijk is aan het overschot uit de jaarrekening van het jaar er net voor. Op die manier kunt u dus het investeringsoverschot uit die jaarrekening al meteen opgebruiken. Om aan te geven dat dit bedrag al in het lopende jaar werd opgebruikt, wordt ook het resultaat (de negatieve Z-waarde) uit die budgetwijziging opgenomen in het nieuwe budget (van het toekomstige jaar dus). Dit zal in dat budget terug te vinden zijn op de lijn Y’ (overschot/tekort budgetwijziging n-1). Dit heft dus het effect van het overschot uit de jaarrekening (de Y-waarde in het nieuwe budget) op, waardoor er opnieuw een evenwicht is en de Z-waarde in het nieuwe budget 0 wordt (en dus opnieuw in evenwicht).
Kort samengevat, bekeken vanuit het budget van jaar n (n = jaartal naar keuze, vanuit het nieuwe budget bekeken):
Y = het investeringsresultaat (de Z-waarde) van de jaarrekening n-2 (dus twee jaar voor het budget dat "nieuw" wordt opgemaakt)
Y’ = het investeringsresultaat (de Z-waarde) van de budgetwijziging n-1 (het jaar net voor het nieuwe budget, en net na de afgesloten jaarrekening)
Z = het investeringsresultaat van het nieuwe budget (jaar n)
In het meerjarenplan hebben de Y-, Y’- en Z-waarden dezelfde betekenis als de Y-, Y’- en Z-waarden bij het budget en de budgetwijziging. De Y en Y’ worden niet opgenomen in het MJP. Wel zullen hun respectievelijke waarden via de actualisering van het MJP mee in kaart worden gebracht.
Op de jaarrekening staat de Y-waarde voor het investeringsoverschot/ -tekort op de jaarrekening van het vorige boekjaar. Zo houdt elke jaarrekening rekening met het eindsaldo voor investeringen van de vorige jaarrekening. De Z-waarde op de jaarrekening staat voor het investeringsoverschot/ -tekort van het actuele boekjaar. Dit resultaat wordt overgenomen in het budget van 2 boekjaren later. In het voorbeeld hierboven bedroeg de Z-waarde op de jaarrekening 10.000 euro. In het budget van twee jaar later was dit overschot terug te vinden op de Y-waarde, zodat dit daar dan kan opgebruikt worden (tenzij dit reeds in het tussenliggende jaar werd opgesoupeerd via een budgetwijziging, zie het voorbeeld hierboven).