Wanneer het bestuur van de eredienst een Z-waarde heeft van bijvoorbeeld 10.000 euro dan betekent dit dat er 10.000 euro voor investeringen niet werden bestemd bij het afsluiten van de jaarrekening 2024 -- en dus nog een bestemming moeten krijgen. Idealiter wordt dit weggewerkt via een budgetwijziging 2025 zodat in de jaarrekening die gelden hun bestemming krijgen, wat logisch is, want alle gelden op investeringen krijgen het best zo snel mogelijk hun eindbestemming. Met een verwerking via budgetwijziging in 2025 moet wordt dan ook in het budget 2026 de Z-waarde op nul gebracht (lees: "geen overdracht vanuit de jaarrekening 2024 naar het budget 2026 want ondertussen opgebruikt in 2025"). Hoe dit nu juist verwerkt wordt, overlopen we hieronder. Is het budget 2026 ondertussen al ingediend zonder dat uw resultaat op investeringen afkomstig uit de jaarrekening 2024 werd weggewerkt? Dan volgt u de logica onder punt 4, volledig onderaan deze pagina ("Help, mijn budget 2026 is al weg!").
1. Nagaan waar dit overschot vandaan komt
Vooraleer over te gaan tot de budgetwijziging 2025 moet de penningmeester nagaan wat de oorsprong is van het overschot. Er zijn drie courante mogelijkheden:
1/ Het overschot is eigen privaat kapitaal dat men nog niet heeft herbelegd (een belegging die even bleef hangen...)
2/ Het is een overschot van de toelagen die men heeft ontvangen voor bepaalde investeringen (het project heeft vertraging in uitvoering...)
3/ Het is zowel eigen kapitaal als een overschot van de toelagen
Belangrijk: bij dit alles volgt men steeds de logica van de eerdere afspraken (zie het meerjarenplan, het laatste budget waaruit het overschot voortvloeide...).
Wanneer het om eigen private gelden gaat dan kan het bestuur zonder enig probleem de gelden herbeleggen. Hiervoor gebruikt men MAR 436 (Investeringsbeleggingen). Indien aan te wenden voor restauratie dan moet dit bedrag op de daartoe voorziene uitgavepost (MAR 4…).
Indien het gaat om overschotten van toelagen dan stelt men de vraag: zijn er nog lopende investeringsprojecten?
Ja: men gebruikt het overschot voor de resterende uitgaven van de lopende projecten - opnieuw: volgens de logica van de eerdere afspraken (meerjarenplan en (gewijzigd) budget).
Nee: alle projecten zijn afgerond. Dan moet u een nieuwe bestemming geven aan dit bedrag. Overleg met de gemeente is verplicht!
2. Budgetwijziging 2025
In de budgetwijziging 2025 moet voor het bijsturen van de cijfers in principe het volgende te zien zijn:
Y (investeringsresultaat JR 2023)
=
- Y’ (investeringsresultaat budgetwijziging 2024)
waardoor Z = 0 (in de veronderstelling dat de investeringsontvangsten en -uitgaven voor 2025 in evenwicht zijn)
In mensentaal betekent dit dat het investeringstekort uit 2023 reeds via budgetwijziging in 2024 werd weggewerkt en dat voor het overige alles in evenwicht is: er zijn geen overschotten uit 2023 die nog overschieten in 2025.
Indien dit toch niet het geval zou zijn dan moet u het MAR-nummer 89911 aanpassen.
U vult dan in de budgetwijziging 2025 bij MAR-nummer 89911 het overschot van de jaarrekening (of de gecorrigeerde jaarrekening) 2023 in (met een minteken ervoor). Hierdoor neutraliseert u het overschot van de jaarrekening 2023, zodat het startpunt van overdrachten uit 2023 nul is en u kunt doorschakelen met het overschot uit 2024. In dat overschot uit 2024 zit dan eventueel ook een overschotje uit 2023 - dat is niet erg).
Na het overschot van de jaarrekening 2023 te hebben geneutraliseerd, werkt u het investeringsoverschot van de jaarrekening 2024 weg, door een investeringsuitgave (of meerdere) te voorzien die gelijk is aan dat bedrag, op basis van de analyse en de conclusie wat de "bestemming" betreft (zie hierboven).
Voorbeeld:
In de jaarrekening 2024 had men 10.000 euro over: een vervallen kasbon werd niet herbelegd. In de budgetwijziging 2025 plaatst men dit bedrag op MAR 436 (investeringsbeleggingen). Hierdoor is de Z-waarde in de budgetwijziging 2025 -10.000 euro. Lees: in 2025 geven we 10.000 meer uit om het overschot uit 2024 (= de vergeten herbelegging van 10.000 euro in plus) weg te werken.
In de jaarrekening 2024 had u 7.500 euro over: een investeringstoelage werd uitbetaald maar de herstelling aan het dak van de kerk werd onverwacht verdaagd. In de planning (budgetwijziging 2025) wordt de factuur voorzien op MAR 4100 (grote herstellingen) waardoor de Z-waarde -7.500 euro is. Lees: in 2025 geven we 7.500 euro meer uit om de vroeg ontvangen investeringstoelage van 7.500 euro correct op te gebruiken door de werken effectief uit te voeren.
Na alle verrichtingen te hebben doorgevoerd, vult u de goedkeuringsdatum in onder “status”.
3. Budget 2026
De cijfers van de budgetwijziging 2025 stromen coherent door naar het budget 2026 indien de goedkeuringsdatum in ReligioSoft vroeger is of minstens gelijk is aan die van het budget 2026.
Hierdoor zal in het budget 2026 het volgende te zien zijn:
Y (investeringsresultaat JR 2024) (bijvoorbeeld de 10.000 euro kasbons die niet werden herbelegd in 2024)
=
- Y’ (investeringsresultaat budgetwijziging 2025) (de inhaaloperatie van de herbelegging in 2025, dus met meer uitgaven dan ontvangsten, want gedekt door het investeringsoverschot in 2024)
waardoor Z = 0 (in de veronderstelling dat de overige investeringsontvangsten en -uitgaven voor 2026 in evenwicht zijn)
Dit betekent dat het investeringsoverschot van de jaarrekening 2024 in het lopende boekjaar (2025) moet worden weggewerkt zodat de jaarrekening van het lopende boekjaar (2025) als alles goed gaat op nul komt te staan. Hierdoor zullen dan in het budget van het toekomstige boekjaar (2026) geen investeringsoverschotten meer voorhanden zijn indien de planning loopt zoals voorzien in de budgetwijziging 2025 (lees: in de jaarrekening 2025 werd de inhaaloperatie effectief uitgevoerd en het bedrag daadwerkelijk uitgegeven - en geld kan men maar één keer uitgeven).
In de jaarrekening 2025 komt dit dan ook op zijn pootjes: daar zal het investeringsoverschot van 2024 (Y-waarde in de jaarrekening; bijvoorbeeld de 10.000 euro), weggevaagd worden door het feit dat er "voor het jaar zelf" 10.000 euro meer uitgegeven werd dan er tijdens dat jaar binnenkwam (namelijk de achterstallige uitgave voor de herbeleging, uitgevoerd in 2025). Gevolg: investeringsoverschot 2025 in de jaarrekening (Z) = 0 euro.
De Y’-waarde aanpassen via budgetwijziging
Het investeringsresultaat in de jaarrekening (Z-waarde)
De Y, Y' en Z
***********************************************************
4. Help, mijn budget 2026 is al weg, zonder dat ik het investeringsoverschot mee verwerkte! Wat nu?
Berouw komt na de zonde. Indien uw budget 2026 al werd doorgegeven zonder dat in 2025 via budgetwijziging het investeringsresultaat werd weggewerkt, dan gaat u als volgt te werk:
1. in 2025 kunt u alsnog via budgetwijziging het investeringsresultaat uit de jaarrekening 2024 wegwerken (zie hierboven omtrent de logica van het wegwerken van het jaarrekeningresultaat via budgetwijziging in het eerstvolgende boekjaar);
2. aangezien het budget 2026 een vroegere goedkeuringsdatum zal hebben in Religiosoft dan de budgetwijziging 2025, zal het budget 2026 geen rekening meer kunnen houden met het feit dat in 2025 dat overschot (of tekort) al wordt opgesoupeerd: de Y' in het budget 2026 blijft dus 0 (in plaats van aan te geven wat reeds in 2025 wordt verwerkt);
3. voor de jaarrekening 2025 heeft dit geen invloed! Het budget 2026 zal echter achterop hinken: daar zal immers nog steeds het resultaat van 2024 op de Y-waarde open staan. REMEDIE: een budgetwijziging in 2026 (na afsluiten van de jaarrekening 2025) waarbij de Y' wordt aangepast zodat deze alsnog het resultaat uit 2024 opheft. In de budgetwijziging in Religiosoft kunt u dit bijsturen op grootboekrekening 89911: na aanpassing zou deze Y' dan samen met de Y-waarde (89910) op nul moeten komen. Uiteraard verwerkt u in dezelfde budgetwijziging 2026 meteen voor hetzelfde plezier het eventuele investeringsresultaat uit de jaarrekening 2025 (bij voorkeur voor u het budget 2027 indient)...
Een voorbeeldje:
1. het overschot op investeringen (Z) in de jaarrekening 2024 bedroeg 5.000 euro (één factuur voor een herstelling werd net niet betaald, maar de toelage wel ontvangen).
2. het budget 2026 werd in juni 2025 doorgestuurd met een Y-waarde van 5.000 euro (het overschot uit de jaarrekening 2024). Deze Y-waarde zorgt in het budget 2026 ook voor een (virtueel) overschot van hetzelfde bedrag: de Z-waarde bedraagt er dus ook 5.000, wat eigenlijk 0 had moeten zijn, indien er al een budgetwijziging was uitgevoerd geweest ter waarde van -5.000 euro (extra uitgave), die dan op de Y' terecht zou komen in het budget 2026.
3. het budget 2026 is al weg en dan pas wordt de budgetwijziging (correct) opgemaakt met een investeringstekort van -5.000 euro: perfect het bedrag dat in de jaarrekening 2024 over was. Echter in het budget 2026 staat hetzelfde overschot nog open.
4. in februari 2026 wordt de jaarrekening 2025 opgemaakt en erna kan men vervolgens een budgetwijziging opmaken waarin die Y' (het resultaat van de budgetwijziging uit 2025) wordt ingebracht op code 89911 (Y').
Voor wijziging in budget 2026:
X = 0 (investeringen eigen financieel boekjaar)
Y = 5.000 (overschot uit de jaarrekening 2024)
Y' = 0 (resultaat uit de budgetwijziging 2025; dit ontbreekt dus, want budget 2026 was al ingediend)
Z = 5.000 (er zou dus in 2025 een overschot moeten zijn van 5.000, overgedragen uit 2024)
B2027 na wijziging in budgetwijziging 2026
X = 0 (investeringen eigen financieel boekjaar)
Y = 5.000 (overschot uit de jaarrekening 2025)
Y' = -5.000 (resultaat uit de budgetwijziging 2026, waar de 5.000 uit de jaarrekening 2025 effectief werden ingepland via budgetwijziging als extra uitgave)
Z = 0 (geen overschot meer, want opgebruikt (of minstens ingepland) in 2026)
Uiteraard kan men met dergelijke complexe gevallen steeds bij de helpdesk van ReligioSoft terecht.
Op zoek naar een antwoord op alle mysteries rond de boekhouding van de kerkfabrieken? => Zakboekje penningmeester, de ultieme gids voor de boekhouding van de kerkfabriek.