Religiosoft:
Wat betreft de betekenis van de K-, K1-, K2- en N-waarde, dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang het soort document (budget, jaarrekening of meerjarenplan).
1. De K en N in het budget
In het budget staat K voor het gecorrigeerde overschot of tekort van de exploitatie van twee financiële boekjaren voordien en komt het terecht op MAR 8990. Om dat gecorrigeerde overschot/tekort te berekenen, zijn zowel de cijfers van de jaarrekening (van twee financiële boekjaren terug) als de cijfers van het budget (van het vorige boekjaar) nodig. Bedoeling van deze verwerking van het gecorrigeerde resultaat is de exploitatietoelage (MAR 900) te doen af- of toenemen.
Kort samengevat:
K-waarde zoals weergegeven in het budget = K1 (exploitatieresultaat jaarrekening twee jaar voordien (N)) VERMINDERD met K2 (K-waarde uit het budget van één jaar voordien)
2. De K en N in het meerjarenplan
De K-waarde in het meerjarenplan wordt op dezelfde methode berekend als de K-waarde in het budget (zie hierboven). Vroeger stemde de K-waarde louter overeen met de K1-waarde. In het overzicht van het meerjarenplan zal de K-waarde enkel in het eerste boekjaar een specifieke waarde hebben en zal deze voor de overige boekjaren 0 bedragen. Dit komt omdat op het moment van het opstellen van het meerjarenplan enkel de gegevens van de jaarrekening van twee jaar voordien bekend waren. De K-waarde van de overige jaren kan wel eventueel aangepast worden in het geval van een meerjarenplanwijziging maar dan enkel voor het actuele boekjaar. Zelfbedruipende besturen kunnen wel een K-waarde hebben voor alle boekjaren indien dit gemotiveerd wordt.
Voor niet-zelfbedruipende besturen zal, net zoals bij het budget, ook in het meerjarenplan de N-waarde in principe 0 bedragen. Een uitzondering kan gemaakt worden voor zelfbedruipende besturen.
3. De K en N in de jaarrekening
In de jaarrekening staat de K-waarde voor het exploitatieoverschot/ -tekort op de jaarrekening van het vorige boekjaar (in tegenstelling tot het budget, dat twee jaar teruggaat en bijstuurt op basis van het laatste budget). De K-waarde in de jaarrekening wordt dus bepaald door het exploitatieresultaat in de jaarrekening van het jaar voordien (de N-waarde). Stel dat er in de jaarrekening voordien een exploitatieoverschot was van 10.000 (N), dan zal de K-waarde in de jaarrekening er net na eveneens 10.000 bedragen.
Bij het opstellen van de jaarrekening wordt zo steeds het eindpunt van de vorige jaarrekening verrekend.
Kort samengevat:
De K-waarde zoals weergegeven in de jaarrekening = de N-waarde zoals weergegeven in de jaarrekening van het jaar voordien
De N-waarde vormt het nieuwe eindresultaat voor exploitatie en geldt als basis voor de berekening van de K-waarde van het volgende budget: N jaarrekening => K1 budget van twee jaar later
Zie ook de specifieke infodossiers per fase voor verdere uitleg.