Religiosoft:
De omwenteling in de wetgeving inzake de boekhouding van de erediensten ging gepaard met de geboorte van een nieuw grootboekrekeningenstelsel, het zogeheten MAR. Hierbij werd de boekhouding in twee volledig onderscheiden luiken opgedeeld, namelijk exploitatie (alle terugkerende ontvangsten en uitgaven) en investeringen (de uitzonderlijke projecten en transacties).
Binnen elk luik werd een uniforme logica opgelegd op basis van hoofdfuncties:
0 – eredienst
1 – gebouwen van de eredienst
2 – bestuur van de eredienst
3 – privaat patrimonium
4 – stichtingen
5 – financiering
Dit betekent ook dat men per rubriek de ontvangsten en uitgaven kan evalueren. Een verplicht evenwicht per hoofdfunctie is echter niet aan de orde. Voor exploitatie wordt er gewerkt met een algemene sluitpost, zijnde de exploitatietoelage. Onder investeringen is het de bedoeling dat projecten specifiek gefinancierd worden; doorgaans gebeurt dit binnen dezelfde hoofdfunctie met een toelage van het toezicht, maar dit kan ook via een lening (onder 5 – financiering) of een eigen injectie (onder 3 – privaat patrimonium).
De modellen die bij wet werden vastgelegd zijn verplicht. Door bepaalde erediensten werd gretig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een eigen verfijning van dit MAR in te voeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van afzonderlijke grootboekrekeningen verwijzen we naar het Zakboekje penningmeester (editie 2023), waarin u tekst, uitleg en voorbeelden vindt.