Religiosoft:
Indien u een teruggave van een eerdere uitgave ontvangt, dan komt dit in exploitatieontvangsten terecht onder één van de "hoofdfunctiegebonden" artikels "creditnota's" of onder “MAR 120 – terugbetalingen” (bestuur van de eredienst). Het is dus binnen de nieuwe wetgeving NIET toegelaten dergelijke bedragen te boeken als 'negatieve uitgave' onder exploitatie-uitgaven: compenseren is sinds 2008 uit den boze.
Naargelang de materie waarop de teruggave betrekking heeft kiest u één van volgende grootboekrekeningen (deze lopen uiteraard parallel met de grootboekrekeningen voor uitgaven):
- eredienst: MAR 108 --- (indien de oorspronkelijke uitgave tot hoofdfunctie 20 van het nieuwe MAR behoort)
- gebouwen van de eredienst: MAR 118 --- (indien de oorspronkelijke uitgave tot hoofdfunctie 21 van het nieuwe MAR behoort)
- bestuur van de eredienst: MAR 128 --- (indien de oorspronkelijke uitgave tot hoofdfunctie 22 van het nieuwe MAR behoort)
- privaat patrimonium: MAR 138 --- (indien de oorspronkelijke uitgave tot hoofdfunctie 23 van het nieuwe MAR behoort)
Ook voor investeringen bestaan er afzonderlijk creditnotaposten.
Het boeken volgt in deze altijd de logica van de uittreksels en de begeleidende stukken (factuur). Indien de creditnota direct verrekend werd in een te betalen factuur (er is dus geen sprake van een afzonderlijke ontvangst), dan boekt u het verrekende bedrag gewoon als uitgave en komt er geen creditnotaboeking aan te pas: dus 20 euro schuld maar 8 euro die teruggevorderd wordt = betaling van 12 euro => de penningmeester boekt louter de betaling van 12 euro (en niet 20 euro in uitgaven en 8 euro in ontvangsten).
Het is overigens niet toegelaten de creditnotaposten (eindigend op -8) te budgetteren in het oorspronkelijke budget of MJP. Behoudens visionaire kwaliteiten (of systematische woekervoorschotfacturen van bepaalde leveranciers) is het immers niet mogelijk voor creditnota’s een zinvolle inschatting te maken.